In blog 19 hebben we de grote partijvormen besproken. In dit blog gaan we onze aandacht verleggen naar de middelgrote en kleine partijvormen.
Middelgrote partijvormen
1. 6v6 - 8v8, met buitenspel: 175 - 250 m2 per veldspeler
2. 6v6 - 8v8, zonder buitenspel:125 - 175 m2 per veldspeler
Kiezen we voor de middelgrote partijvormen, dan moeten we er rekening mee houden dat we in deze partijvormen niet alleen te maken krijgen met kleinere spelersaantallen (van 9v9-11v11 naar 6v6-8v8) maar ook met kleinere veldafmetingen (van 250 - 357 m2 naar 175 - 250 m2 per veldspeler, of zelfs naar 125 - 175 m2 per veldspeler).
In vergelijking met de grote partijvormen spelen we de middelgrote partijvormen dus in kleinere ruimtes. Omdat er ook minder spelers per team worden ingedeeld en de speler aan de bal dus minder opties heeft om te combineren, zal elke speler meer betrokken worden in het spel en dus ook vaker in duels komen. Dit betekent dat de intensiteit van de middelgrote partijvormen iets hoger zal liggen dan de intensiteit van de grote partijvormen. We mogen dus verwachten dat de spelers het zuurstofsysteem op een hoger niveau zullen aanspreken, d.w.z. op een hoger % van ieders VO2max (in blog 16 vindt je een definitie van VO2max) en dat ze tevens vaker gebruik zullen maken van de anaerobe energiesystemen. Naast het intensievere gebruik van het zuurstofsysteem vindt er dus ook een eerste verschuiving plaats van de aerobe naar de anaerobe energiesystemen, waarbij vooral de fosfaatpool tijdens de middelgrote partijvormen vaker zal worden aangesproken.
Kleine partijvormen: 3v3 - 5v5 / 75 - 125 m2 per veldspeler
Wanneer we trainen in kleine partijvormen (waarbij sprake is van een verdere afname in spelersaantallen en veldafmetingen) leggen we aan de spelers een nog hogere intensiteit op. De kleine partijvormen worden dan ook gekenmerkt door spelers die veel wenden en keren, veel starten en afremmen, continue onder druk staan, continue duels aangaan, snel moeten wegdraaien om te kunnen schieten op doel, etc. Allemaal acties die gepaard gaan met een hoge hartfrequentie en dus met een hoge intensiteit. De intensiteit die we tijdens deze kleine partijvormen kunnen bereiken, ligt zelfs nagenoeg op hetzelfde niveau als tijdens wedstrijden (Hoff et al., 2002; Little & Williams, 2007; Rampinini et al., 2007).
Met het verhogen van de intensiteit zal het zuurstofsysteem vooral worden ingezet om zo snel mogelijk te herstellen van de intensieve acties. Daarnaast verschuift het aandeel in de energievoorziening door al die intensieve acties nog iets meer naar de anaerobe energiesystemen. Aangezien de acties elkaar kort blijven opvolgen, zullen spelers tijdens de kleine partijvormen vooral een beroep doen op het melkzuursysteem.
Referenties
Hoff J., Wisløff U., Engen L. C., Kemi O. J., & Helgerud J. (2002). Soccer specific aerobic endurance training. British Journal of Sports Medicine, 36, 218-221.
Little T., & Williams A. G., (2007). Measures of exercise intensity during soccer training drills with professional soccer players. Journal of Strength and Conditioning Research, 21 (2), 367-371.
Rampinini E., Impellizzeri, F. M., Castagna C., Abt G., et al. (2007). Factors influencing physiological responses to small-sided soccer games. Journal of Sports Sciences, 25(6), 659-666.
Reactie plaatsen
Reacties