Het moderne, internationale voetbal speelt zich af in steeds kleiner wordende ruimtes. Teams die niet in balbezit zijn, neigen steeds meer naar een compacte veldbezetting om de opbouw van de tegenstander zoveel mogelijk te verstoren en te voorkomen dat de tegenstander tot scoren komt. Het verdedigen vanuit een compacte organisatie biedt namelijk een aantal voordelen…
- Bij elke balaanname van de aanvallende partij kan de verdedigende partij -door de relatief kleine onderlinge afstanden- direct agressief druk zetten op de speler aan de bal, die daardoor snel moet handelen. Snel handelen gaat vaak gepaard met balverlies. Wil de aanvallende partij dit balverlies zoveel mogelijk voorkomen, dan zullen medespelers veel moeten bewegen om de speler aan de bal voldoende afspeelmogelijkheden aan te bieden. Hetzelfde geldt als de aanvallende partij tot scoringsmogelijkheden wil komen. Ook dan zal er sprake moeten zijn van veel dynamiek in het aanvalsspel. Spelers zullen veelvuldig vrij moeten lopen van hun directe tegenstander om zich aan te bieden en daarmee zijn grotere afstanden gemoeid in een relatief hoger tempo.
- Een ander voordeel voor het compact verdedigende team is dat het gebied waar winst te behalen valt steeds groter wordt. Denk daarbij aan de ruimte die vrijkomt achter de laatste linie van de aanvallende partij. Om in deze relatief grote ruimte te komen, zullen de spelers van de verdedigende partij relatief grote afstanden moeten afleggen op een behoorlijke loopsnelheid en daarvoor is een grote paslengte vereist. Hoe groter de paslengte, des te meer spierarbeid er gevraagd zal worden van de hamstrings.
Wil je als team vaak en frequent kunnen omschakelen naar deze vrije ruimte, dan dient dit wel regelmatig getraind te worden zodat deze grote paslengte gedurende de trainingsweek ook wordt aangesproken. Wanneer we hier onvoldoende aandacht aan besteden (bijv. als er te veel getraind wordt in kleine ruimtes) dan kunnen hamstringblessures het gevolg zijn.
Er worden in het huidige voetbal dus hogere eisen gesteld aan het loopvermogen van voetballers, niet alleen kwantitatief (meer afstand) maar ook kwalitatief (op een hogere snelheid).
Wil een voetballer maximaal presteren tijdens wedstrijden, dan dienen we de fysieke voorwaarden optimaal in te vullen. Veel variëren in verschillende ruimtes is dan ook bittere noodzaak! Er dient voldoende aandacht te zijn voor het trainen van zowel omvang (grote ruimtes) als intensiteit (kleinere ruimtes). En dus kunnen we het beste gebruikmaken van zowel grote, middelgrote als kleine voetbalvormen. Maar ook loopvormen waarin een grotere paslengte wordt gevraagd, zijn een uitermate geschikt trainingsmiddel, zeker wanneer er gedurende de trainingsweek geen grote voetbalvormen gepland staan.
Reactie plaatsen
Reacties